'Voor het Prodent-gevoel'. In het echt is het best een knappe jongen, hoor. |
Martijn, vroeger zong hij bij Kinderen voor Kinderen, nu schrijft hij voor Spijkers met Koppen, maakt hij films en staat hij als cabaretier in het theater. Voor vijftien man in ons geval, zestien met hem erbij gerekend. ‘Ja, dit was wel een dieptepunt,’ zegt hij lachend. Meteen aan het begin van de voorstelling loopt hij het zaaltje in en geeft iedereen persoonlijk een hand. ‘Dit kan ik waarschijnlijk nooit meer doen.’ Hij is Martijn Hillenius, hij ziet de dingen graag positief.
Vijftien man, ik tel ze als we met het groepje uitverkorenen door de Zwolse straatjes lopen. In de echte theaterzaal wordt verbouwd, dus zijn we op weg naar een geïmproviseerd theatertje in de Goudsteeg, een medewerker van Odeon voorop. Het geeft een grappige sfeer. Een klein sliertje mensen, het zou ook een familie-uitje kunnen zijn, of losse individuen die toevallig op hetzelfde stuk stoep wandelen. Vijftien man publiek is zo weinig dat het heel makkelijk een ongemakkelijke avond kan worden. Óf, zo bleek, een heel gezellige avond. En dat kwam niet in de laatste plaats door Martijn zelf.
Kijk, die voorstelling, die zit wel snor. Dat ik een stukje van De man in bonus zag bij Cabarestafette en toen in mijn eentje naar Zwolle ben gegaan om het totaal te bekijken, is niet voor niks. Het is geen stand-up, een beetje in de richting van toneel zelfs, met leuke, niet geforceerde grapjes, goed uitgevoerde typetjes en mooie liedjes. Maar dan ben je er nog niet. ‘Bij een volle zaal kan je een redelijke stabiele reactie verwachten, maar voor een klein groepje is het anders spelen.’ Zegt hij daar later zelf over.
En dat deed hij dus goed, dat anderse. Hij is geen stand-upper en houdt zich het liefst woordelijk aan zijn script, maar toch voelde het alsof hij speciaal voor ons aan het spelen was. Het handjesgeven aan het begin brak het ijs, daarna was het gewoon ontzettend gezellig. Z’n technicus merkte het verschil met andere avonden. ‘Af en toe zei je dingen net iets anders, met een andere intonatie, dat werkte goed.’ Toen hij na afloop het terras op kwam, staken mensen gemoedelijk hun hand op. Bijna schudde hij weer iedereen de hand. Het was toch een beetje ‘onze Martijn’ geworden.
Geen opmerkingen: